De Koepelkerk
In 1776 bleek de oude kruiskerk onherstelbaar in verval. Architect Willem Douwes, bouwmeester van Harlingen, maakte de tekening naar een plattegrond uit het leerboek van Simon Bosboom (Amsterdam 1682). Op 22 augustus 1779 werd de Koepelkerk ingewijd en een jaar later het orgel (Johannes Mittenreyter). Van de oude kruiskerk zijn de funderingen, grafkelders (niet toegankelijk), gevelsteen en de kleinste luidklok (1593) bewaard gebleven, benevens een aantal grafzerken, waaronder die van de moeder van Peter Stuyvesant. De Koepelkerk heeft een fraai besneden preekstoel en op de herenbanken staan siervazen en uitgesneden vossen, die naar de eigenaren verwijzen. De koepel van de kerk wordt ‘bewoond’ door een kolonie vleermuizen.