Verhalen en belevingen

Op Tsjerkepaad: overal een ander verhaal en altijd ietsje slimmer weer naar huis


08-07-2024

,,Romantisch.” Zo omschrijft Eke Hendriksma (57) uit Staphorst de uitjes naar Fryslân die ze met haar man Roel (65) onderneemt. Al zo'n vijftien jaar lang rijden ze tussen juli en september meerdere zaterdagen naar het Noorden voor Tsjerkepaad, de jaarlijkse zomerse openstelling van ongeveer 250 Friese kerken. ,,Het is de combinatie van de geur, rust, de verhalen en de sfeer.”

Het is ook een serieuze aangelegenheid. Zodra de zomer in zicht komt, komt bij  Roel en Eke het boek Alle Middeleeuwse kerken in Friesland van Peter Karstkarel uit de kast. ,,Daarmee kan het voorwerk beginnen”, vertelt Eke ,,Meestal stippelen we dagtripjes uit langs zes kerken, maar de laatste halen we haast nooit.”

Dat komt omdat Roel altijd graag de orgels laat klinken die hij tijdens Tsjerkepaad tegenkomt. ,,Niet de wereldberoemde orgels zoals het Hinsz-orgel in de Martinikerk in Bolsward. Die zijn voor de vakorganisten. Maar in kleinere kerkjes vraag ik vaak even of het mag.”

Roel werd geboren in Gouda en groeide op in Amersfoort, waar hij zich het instrument thuis eigen maakte. ,,Ik heb niet het talent van een kerkorganist, maar ik kan bijvoorbeeld wel een paar koralen spelen.”
 

Markante dominee

Het stel neemt ook altijd de tijd voor de ontmoetingen met medebezoekers en vrijwilligers. ,,Ik maak altijd eerst een rondje om de kerk, daarna bekijk ik het interieur, en dan heb ik eigenlijk altijd wel een paar vragen”, zegt Roel.

In de Meinardskerk in Minnertsga kwam hij hierdoor vorig jaar helemaal niet aan orgelspelen toe. Op het predikantenbord viel zijn oog op de naam Gerrit Taverne senior. ,,Dat was een heel markante dominee.” Hij raakte erover in gesprek met een vrijwilligster.

,,Haar man wist heel veel over Taverne. ‘Ik haal hem wel even op’, zei ze. Vervolgens hebben we tot ver na sluitingstijd zitten praten.”

In de Nicolaaskerk in Piaam speelde Roel eens het lied Wat de toekomst brengen moge. ,,Twee dames, die de kerk al uit waren gelopen, kwamen er speciaal weer voor terug en zongen mee”, herinnert Eke zich. ,,Na afloop raakten we aan de praat. Zij bleken veel meegemaakt te hebben, Roel ook het nodige. Dat zijn van die ontmoetingen waarbij je zomaar vanuit het hart kunt spreken. Heel bijzonder.”
 

Alleen begonnen

Voor Roel begonnen zijn Tsjerkepaad-avonturen zeventien jaar geleden alleen. ,,Ik was weduwnaar. De kinderen waren de deur uit en ik zat elke zaterdag maar in mijn eentje op de bank.”

Tot hij in de krant een artikel las over de zomerse openstelling van Friese kerken. ,,Het sprak me direct aan. Mijn pake was 26 jaar lang koster in Jutrijp. ‘Zijn’ kerk bestaat niet meer, maar de hervormde kerk van buurdorp Hommerts deed wel mee. Daar wilde ik dan wel eens kijken.”

Zijn moeder werd even verderop in Heeg geboren. De Haghakerk daar was daarom zijn volgende bestemming. ,,Ik had er meteen mooie gesprekken met de vrijwilligers. Toen ben ik echt enthousiast geworden.”

Hij sloeg sindsdien geen zomer meer over, en dertien jaar geleden haakte ook de Friezin Eke aan. ,,Vanaf het moment dat ik Roel leerde kennen. Ik vind Tsjerkepaad als zaterdagbesteding wel romantisch. Het is die combinatie van geur, de verhalen en de sfeer. Je ervaart iets van rust in deze best wel drukke tijd. Overal hoor je weer een ander verhaal, en je komt altijd terug met meer kennis dan toen je van huis ging."

Zo leerde ze dat predikanten in de Nicolaaskerk in Nijeholtpade hun voeten warm hielden met een stoof achter een luikje in de preekstoel.

,,En de klooster-moppen voor de kerk in Aalsum werden in de middeleeuwen ter plekke gebakken.”

Eke is geboren in Drachten en groeide op in Damwâld, waar haar gezin woonde achter de Benedictuskerk. Ook haar pake was koster. En ook voor haar krijgt Tsjerkepaad hierdoor een extra lading.

Zoals bij dat bezoekje aan de hervormde kerk van Waaksens (Súdwest-Fryslân), waar Roel ook orgel mocht spelen. ,,‘Maar,’ zei de vrijwilliger, ‘dan moet ik pûste-traapje’,  handmatig met een zwengel lucht in de blaas-balg pompen, omdat het geen elektrisch aangedreven orgel was. Prachtig.”
 

Tot in de spits

Na afloop vroeg de man of het paar ook de toren wilde beklimmen. Eke: ,,We zijn helemaal tot in de spits geklommen, waar we de wind om de toren hoorden waaien.”

Voor beide komen op zo’n moment de herinneringen aan pake weer boven. ,,Dan zie ik hem in gedachten bijvoorbeeld aan het klokkentouw trekken”, vertelt Roel. ,,Oenk, oenk, klonk het uurwerk als ik vroeger met de mijne mee mocht naar boven”, weet Eke nog.

Een cadeautje, zo’n torenbezoek, vindt ze. Net zoals bijvoorbeeld het moment waarop een handjevol mensen spontaan en a capella Amazing grace begon te zingen in Eanjum.

,,Mijn vader was toen net overleden en zou twee dagen later begraven worden. Daardoor kwam het extra binnen.”

 

Waardering

Op dagen dat ze weinig andere bezoekers zien, gaat Roel zonder uitzondering voor een praatje met een vrijwilliger. ,,Dan ga ik er echt even voor zitten. We waarderen de vrijwilligers enorm, zonder hen kan de kerk niet open."

In Staphorst is er inmiddels nog een gezin dat iedere zomer naar Fryslân reist. ,,Omdat we er elke week over liepen te vertellen hoe leuk het was. Mooi om het enthousiasme zo door te kunnen geven.”

Hoewel je misschien anders zou verwachten, hebben ze nog steeds niet alle deelnemende kerken in Fryslân gezien. ,,Dat verbaast ons zelf ook”, lacht Eke.

,,Maar het zijn ook niet elk jaar dezelfde kerken die meedoen”, verklaart Roel. ,,En sommigen hebben we vaker bezocht; voor en na een renovatie bijvoorbeeld.”

Ook deze zomer gaan ze weer ,,wat witte vlekken op de kaart inkleuren”. Behoefte om ook eens uit te wijken naar een andere provincie hebben ze niet, nog los van het feit dat lang niet overal een georganiseerde openstelling is. ,,Eerst alle Friese kerken, ook vanwege onze roots.”

Terug naar overzicht

Tsjerkepaad werkt samen met:
 
Copyright 2024: Tsjerkepaad Friesland Privacyverklaring Realisatie: Wmmedia.nl